:37:03
	zal ze wraak nemen op ons.
:37:06
	Maar ze weet niet waar ik ben.
:37:08
	O, nee ? Ze weet alles.
:37:12
	Ze kan toveren.
:37:14
	Ze kan zich zelfs onzichtbaar maken.
:37:19
	Misschien is ze
op dit moment wel hier.
:37:26
	Ze vindt me hier nooit.
:37:28
	Als ik mag blijven,
doe ik 't huishouden.
:37:31
	Ik kan wassen en koken...
- Koken ?
:37:35
	Kun je fappellappen maken ?
:37:38
	Appelflappen.
- Juist, pappelfrappen.
:37:42
	Ja, en pudding en kruisbessentaart.
:37:46
	Hoera. Ze mag blijven.
:38:09
	Soep. Hoera.
:38:28
	Even wachten.
:38:30
	Het is nog niet klaar.
Er is nog tijd om je te wassen.
:38:35
	Wassen ?
:38:38
	Ik wist wel dat er
een lucht je aan zat.
:38:43
	Waarom wassen ? 
- We gaan nergens naartoe.
:38:46
	Het is geen nieuwjaar.
:38:49
	Of hebben jullie je misschien
al gewassen ?
:38:53
	Ja, misschien wel.
:38:56
	Maar wanneer ?
:38:59
	Wanneer ? Jij zei 'wanneer'.