:17:01
	... zonder te reiken naar het oneindige.
:17:04
	Goed zo. Doe ze maar weer open, 
dan gaan we in de bol kijken.
:17:11
	Wat zie ik nu ? Een huis met een hek.
:17:15
	En een schuur met een windwijzer
in de vorm van een paard.
:17:20
	Dat is onze boerderij.
:17:22
	Ik zie een vrouw met een jurk
met stippen.
:17:28
	- Ze heeft een zorgelijk gezicht.
- Dat is tante Em.
:17:32
	- Ze heet Emily.
- Inderdaad. Wat doet ze ?
:17:36
	Ik kan het niet goed zien. Ze huilt.
:17:40
	Iemand heeft haar verdriet
gedaan, haar hart gebroken.
:17:45
	- Ik ?
- Iemand waar ze veel van houdt.
:17:49
	Iemand waar ze lief voor is, 
die ze bij ziekte verzorgt.
:17:53
	Toen ik de mazelen had, 
week ze niet van mijn zijde.
:17:59
	Wat doet ze nu ?
:18:02
	Ze legt haar hand op haar hart...
:18:06
	... en valt neer op het bed.
:18:10
	- De bol houdt ermee op.
- Ze is toch niet ziek geworden ?
:18:16
	- Ik moet meteen naar huis.
- Je zou toch met mij meegaan ?
:18:20
	Nee, ik moet meteen naar haar toe.
Kom mee, Toto.
:18:26
	Dag, professor Marvel. En bedankt.
:18:32
	We moeten dekking zoeken.
Er steekt een storm op.
:18:36
	Ik hoop maar dat dat meisje
veilig thuiskomt.
:18:50
	Maak de paarden los.
:18:58
	Een wervelstorm.