1:40:02
Hij heeft zijn best gedaan om ze
bij ons ze uit onze buurt te houden.
1:40:12
Heb je raak geschoten?
- Oie vuilakken!
1:40:16
Weet je wie een vuilak is:
1:40:19
Pilar.
Oie weet dat we hier creperen.
1:40:23
Ze kan toch niets doen?
- Van achteren aanvallen. - Hoe?
1:40:27
Ze hebben de berg omsingeld.
100, 200... Misschien zelfs meer.
1:40:40
Bandieten, horen jullie mij?
1:40:43
Vervloekte duivelskinderen!
1:40:47
Geef je over, voor onze vliegtuigen
jullie kapotschieten!
1:40:52
Gaan ze vliegtuigen sturen?
1:40:56
Met bommen of machinegeweren?
- Allebei, jongen.
1:41:02
Geef je over,
voor de vliegtuigen komen.
1:41:06
Horen jullie mij, bandieten?
1:41:09
Als we ze beledigen
laat hij misschien z'n hoofd zien.
1:41:12
Geven jullie je over? - Wie heeft er
een groot pistool? - Hier!
1:41:18
Oe vliegtuigen komen!
Geven jullie je over?
1:41:23
Hij wil niet op die vliegtuigen
wachten. Hij wil de held spelen
1:41:28
en ons met een strop om
de nek laten zien.