:08:05
	Nog een.
:08:16
	Als je je wapen trekt, ben je er geweest.
:08:34
	Heeft hij me gezien?
:08:36
	lk dacht van wel.
:08:49
	Hij gaat terug naar zijn paard.
:08:52
	We hebben duizend koeien opgedreven,
ik en m'n maat. Hij en ik.
:08:58
	En trouwens, ik heet niet Roscoe,
en ik ben niemands oom.
:09:03
	En wie dat nog eens zegt, neem ik te grazen.
:09:13
	Hier kom ik niet meer.
:09:15
	Ik geef mijn goeie geld niet uit
in een dorp met gekken.
:09:19
	- Nu al dronken?
- We gaan hier weg.
:09:23
	Dit stadje bevalt me helemaal niet.
:09:28
	- Hebben ze je iets misdaan?
- Nee, al zeiden ze oom tegen me.
:09:32
	Maar hun gedrag bevalt me niet.
Ze zijn onbeleefd.
:09:37
	Ze moeten aan je wennen. Je maakt
een vreemde indruk, dat weet je toch?
:09:43
	Weet ik dat?
:09:45
	Als je ergens binnenkomt, heb je
meteen al die domme blik in je ogen.
:09:50
	Dan stel je een of andere
domme vraag, zoals "Waar ben ik?"
:09:55
	Zo maak je niet echt indruk.
:09:58
	Als je binnenkomt,
moet je een beetje strak kijken.