:38:03
Je moet opzij gaan
als er iemand langs moet.
:38:13
- Waggoner.
- Achter.
:38:29
Je wilde me spreken?
:38:33
Ga zitten.
:38:45
Kijk maar niet naar m'n revolver.
Je kunt 'm toch niet tegenhouden.
:38:55
Er zijn hier drie mannen die ik niet aan
kan. Een van hen is Monte Jarrad.
:39:01
- Maar dat ben jij niet.
- Nee?
:39:03
Nee, ik ben er eerst ook ingetrapt.
:39:08
Later begreep ik het.
:39:10
Maar je geeft je voor hem uit,
en daar gaat het om.
:39:15
Waar is hij?
:39:18
- Dat wilde ik jou vragen.
- Ik heb mijn deel gedaan.
:39:23
Nu moeten jullie de rest doen.
Begrepen?
:39:27
lk zal je eens iets vertellen.
Ik heb geen idee waar je het over hebt.
:39:34
Ik wil mijn aandeel. Ik wil weten waar
het geld is. Dat snap je toch wel?
:39:47
Denk dan maar eens goed na, want ik
laat je niet weggaan voor ik het weet.
:39:53
Dus je denkt
dat ik weet waar dat geld is.
:39:59
Dat is je geraden.