1:20:02
Johnny, dat is niet fatsoenlijk.
1:20:07
Wat was dat voor woord?
1:20:11
Fatsoenlijk ...
Ik zei 'fatsoenlijk'.
1:20:16
Ik dacht al dat je dat zei.
Het klonk vreemd uit jouw mond.
1:20:25
Toen wist ze niet dat de deur
van haar kooi zich sloot.
1:20:32
Toen hij nog leefde, was ze hem niet
trouw, maar nu zou ze dat wel zijn.
1:20:40
Waarom kom je vanavond werken?
lk geloof in arbeidsmoraal ...
1:20:46
Mooi, want je krijgt ander werk.
1:20:50
Van nu af aan blijf je bij
Mrs. Mundson ... Mrs. Farrel.
1:20:56
Je blijft altijd bij haar. Zij praat
met niemand en niemand met haar.
1:21:01
- Begrepen?
- Is ze in gevaar?
1:21:04
Jij wel, als je niet precies doet
wat ik je zeg.
1:21:20
- U was zwijgzaam vandaag.
- Wat ik wil zeggen, zeg ik tegen u.
1:21:25
- Tegen niemand anders.
- Ik voel me gevleid.
1:21:28
Wilt u weten hoe Mundson
leider van het kartel werd?
1:21:33
- U zag dat de patenten Duits waren.
- Vroeger wel, ja.
1:21:37
- Ze zijn van mijn bazen.
- Niet meer.
1:21:43
Drie jaar geleden, toen Argentinië
ons bijna de oorlog verklaarde, -
1:21:49
- stonden we Mundson toe
onze patenten te kopen.
1:21:54
- Slim. Het casino als dekmantel.
- We gaven hem zelfs geld.
1:21:59
U had geen aardiger man
kunnen kiezen.