:13:05
Toe nou, Will. Vertel me dan
wat er aan de hand is.
:13:10
lk heb 5 jaar terug een man opgepakt
voor moord. Hij had moeten hangen.
:13:14
Maar dat is omgezet in levenslang.
Nu is hij vrij. lk weet niet waarom.
:13:19
Hij komt hierheen.
-lk snap het nog steeds niet.
:13:23
Hij is altijd een wilde geweest.
Hij gaat vast rotzooi schoppen.
:13:28
Dat is jouw zorg niet meer.
:13:31
lk heb hem opgepakt.
:13:34
Je deed je werk. Dat is nu voorbij.
Ze hebben een nieuwe sheriff.
:13:38
Die komt morgen pas aan.
lk vind dus dat ik moet blijven.
:13:43
lk ben dezelfde, met of zonder dit.
-Dat is niet waar.
:13:47
Hij is op zoek naar mij.
Drie van z'n maten zijn er al.
:13:51
Daarom moeten we nu wegwezen.
-Ze komen toch achter ons aan.
:13:56
Dan zijn we alleen op de prairie.
-We hebben een uur.
:14:00
Wat is een uur? Wat is 1 60 km?
We kunnen die winkel nooit beheren.
:14:05
Ze komen achter ons aan en
dan moeten we weer vluchten.
:14:08
Niet als ze niet weten waar we zijn.
:14:12
Will, ik smeek je. Laten we gaan.
-lk kan het niet.
:14:16
Probeer geen held te zijn.
Dat hoeft echt niet voor mij.
:14:20
Dat wil ik ook niet. lk ben hier ook
heus niet blij mee, hoor.
:14:24
Dit is mijn stad.
Dit zijn m'n vrienden.
:14:27
lk beëdig wat hulpsheriffs en
misschien valt het allemaal wel mee.
:14:32
Je weet dat het mis zal gaan.
-Dan kan dat beter hier gebeuren.
:14:41
Het spijt me. lk weet hoe je je voelt.
-Denk je dat?
:14:45
Natuurlijk.
Het gaat tegen je geloof in.
:14:48
lk weet heus wel wat je ervan vindt.
-Maar toch doe je het.
:14:53
Will, toch. We zijn een paar minuten
geleden getrouwd.
:14:57
We hebben ons hele leven voor ons.
Betekent dat niks voor jou?