:16:01
- Geef je 't nu al op ?
- Als ik 't opgeef, hoor je 't wel.
:16:07
Iedereen zal denken
dat we hebben gefaald.
:16:15
Carl, heb je enig idee
waar dit zijriviertje uitkomt ?
:16:20
Volgens m'n mannen in een lagune.
:16:24
Waarom vraag je dat ?
:16:26
Ik bedacht dat ooit, lang geleden, 'n deel
van de oever in de rivier kan zijn gestort.
:16:33
In honderden jaren
heeft de stroming het verspreid.
:16:37
Als die tak doodloopt,
liggen er resten aan het eind.
:16:41
Misschien wel de rest van je fossiel.
:16:44
- Kan zijn.
- Denk je van niet ?
:16:46
Als het al zo is, is de kans klein
dat we nog iets vinden.
:16:51
De wetenschap hangt aan elkaar van
kleine kansjes. Het kan wat opleveren.
:16:56
Er is een maar.
:16:58
Onbekend gebied betreden
met een vrouw.
:17:01
Ik ben niet bang en we zijn al zover.
:17:04
Ik denk aan wat er met
de mannen van Carl is gebeurd.
:17:08
Dat is niet erg wetenschappelijk.
:17:11
Andermans leven wagen ook niet.
:17:13
Kay kan wel voor zichzelf zorgen.
:17:16
We kennen die lagune niet.
:17:18
Ik kan wel meer vertellen.
:17:20
M'n mannen noemen het
de Zwarte lagune, een paradijs.
:17:24
Er is alleen nooit iemand teruggekeerd
om dat te beamen.
:17:30
Dat doen wij wel.
:17:56
- Liet ik je schrikken ?
- Ik weet niet waarom ik schrok.