1:12:12
Ik dacht dat u weg was.
1:12:15
Waarheen?
-Naar 't strand. De boot ligt er nog.
1:12:24
Morgen om deze tijd
zijn we het Kanaal al over, hè?
1:12:29
Ik wist dat u 't niet zou doen.
1:12:33
Wat?
1:12:35
U zou me aan m'n lot overlaten,
maar dat hebt u niet gedaan.
1:12:40
Ga maar weer slapen.
1:12:44
M'n moeder was bang dat ik altijd
arm zou zijn. En nu zijn we rijk.
1:12:49
Wij samen in het grote huis. Dat had
haar vast bevallen, denkt u niet?
1:12:58
Maar we komen daar
nooit meer terug, hè?
1:13:02
Jij misschien wel. Ik niet.
-Dan wil ik ook niet terug.
1:13:10
Als we de diamant verkopen, hebben we
in de koloniën straks net zo'n huis.
1:13:17
Met stallen voor honderd paarden
en fonteinen...