Trapeze
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:05
- Alles goed?
- Ik leef nog.

:28:08
Je had 'm bijna, knul.
Je eerste drievoudige salto.

:28:13
- Wat deed ik fout?
- Je zwaaide niet lang genoeg door.

:28:18
- Maar de sprong zelf was volmaakt.
- Nu begrijp ik pas hoe 't voelt.

:28:23
Daarom pak ik je zo hard aan.
De première wordt een sensatie.

:28:29
Nog een keer?
:28:32
Morgen mag je je uitleven.
Vanavond nemen we vrij.

:28:37
Dat waren de jonge Orsini
en de Ribble van weleer.

:28:41
Neem 'm maar flink onder handen.
Hij heeft spieren van goud.

:28:46
Kom mee, Tino.
We gaan het goud oppoetsen.

:28:50
- Hij is goed, hè?
- Het is fijn om je weer te zien lachen.


vorige.
volgende.