Trapeze
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:25:16
- Kom je hier wel vaker?
- De flipperkast is goed.

1:25:26
- Doet je arm nog pijn?
- Gaat wel.

1:25:30
Heeft er iemand naar gekeken?
1:25:36
Als je die door 't poortje krijgt,
heb je gewonnen.

1:25:40
Dat gaat niet zomaar.
1:25:43
Daar moet je geslepen voor zijn.
1:25:46
Misschien als je een beetje wiebelt.
1:25:50
Vals spelen, bedoel je.
1:25:55
Maar dan verlies je het spel.
1:26:03
- Laten we maar gaan.
- Ik wil nog winnen voor ik ga.

1:26:11
Je kunt niet winnen, jongen.
1:26:27
Je kon 't niet laten.
Je moest en zou 't bewijzen.

1:26:34
Het spijt me
dat je er zo achter moest komen.

1:26:38
Ik had 't je willen vertellen.
Wij allebei, maar...

1:26:45
Goed, kom maar op.
Wat wou je me precies vertellen?

1:26:50
Lk zal je vertellen wat hij zei.
1:26:53
De drievoudige salto was uniek, maar jou
kon iedereen zo krijgen. Zijn woorden.

1:26:59
- Dat is niet waar.
- Ontken 't maar eens.


vorige.
volgende.