Man of the West
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:18:01
Wie is daar?
:18:03
O, u bent het. Ik dacht dat het...
:18:06
Ik rende weg en ik viel.
:18:09
Het voelt of m'n hart
uit m'n borstkas springt.

:18:14
Wat is hier gebeurd?
:18:16
Probeerden ze om...?
:18:21
Luister eens.
Ik denk dat ik gewond ben.

:18:26
Probeerden ze de trein te beroven?
- Ja.

:18:29
Hoe kunnen ze ons achterlaten?
We kunnen verhongeren.

:18:33
Alles goed, Billie?
Ben je gewond?

:18:38
Nee.
- M'n enkel doet pijn.

:18:53
U laat ons hier toch niet achter?
:18:59
Ik vraag 't maar.
- Wanneer komt de volgende trein?

:19:02
Eén keer per week.
:19:06
Kunt u praten?
:19:08
Hij heeft je 't antwoord gegeven.
:19:12
U bent gewond.
- Het is niets bijzonders.

:19:15
Er moet naar gekeken worden.
- Nee, het gaat prima.

:19:19
Waar is de dichtstbijzijnde stad?
- Dat kan wel 150 km zijn.

:19:23
Wel 150 km? Wat moeten we doen?
:19:27
We zullen moeten lopen.
:19:30
We moeten een schuilplaats zoeken,
of jullie bevriezen.

:19:33
Ik kan zo niet lopen.
- Dan zal ik u moeten helpen.

:19:39
U bent vast niet blij
met ons gezelschap.

:19:42
Dat kan ik niet zeggen.
:19:43
We kunnen u helpen.
:19:46
Ik kan een vals liedje zingen...
:19:49
en Sam kan u leren valsspelen.
:19:53
Dan voelt u zich vast veel beter.

vorige.
volgende.