:48:11
Het hoeft uw man niet te zijn.
Hij was hier met twee anderen.
:48:16
De Maori's zijn hier ook geweest.
:48:18
Dat is waar. Bij 'n explosie
hadden er drie lijken gelegen.
:48:24
Tenzij er twee
weggevaagd zijn door de knal.
:48:29
Haar man kan 't overleefd hebben,
net als wij.
:48:33
Dat is waar. Er zijn geen bewijzen
van het tegendeel.
:48:41
Zijn we zover ? Dan gaan we verder.
:48:52
Kijk niet zo verbolgen.
:48:55
U kunt wel wat subtieler zijn.
- Hij wist dat ie geen kans had.
:49:00
En wij dan ?
- Wij zijn wetenschappers.
:49:04
Wij zijn overal op voorbereid.
:49:07
U misschien. Echt,
u bent soms behoorlijk harteloos.
:49:13
Ruwe bolster, blanke pit.
:49:16
Stel dat daar methaan is.
- Dat weten we niet.
:49:20
We zijn dus niet voorbereid.
- Sommige gedachten moet je negeren.
:49:27
Goed dan. Prima.
:49:31
Kom terug.
:49:34
Wacht op de anderen.