Spartacus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:34:01
Minstens 500.
1:34:04
Maar we zijn altijd
tot onderhandelen bereid.

1:34:06
We hebben ze allemaal nodig.
1:34:08
Allemaal ?
- Wat is de prijs ?

1:34:12
De prijs is 100.000 sestertiën per schip.
1:34:17
Voor 500 schepen komt dat op...
1:34:21
50 miljoen sestertiën.
1:34:25
Heb je zoveel geld ?
- Dat krijgen we wel.

1:34:32
Kijk zelf maar.
1:34:37
Schitterend.
- Wanneer liggen de schepen klaar ?

1:34:40
Schitterend.
Ik hou van die mooie dingen.

1:34:44
Wanneer liggen de schepen gereed ?
1:34:47
Mijn vriend...
1:34:49
... wanneer zijn jullie gereed ?
1:34:51
Hoe lang doe je erover...
1:34:55
... om dwars door Italië te reizen...
1:34:57
... en in elke stad een veldslag
te leveren ?

1:35:00
Eén jaar ? Tweejaar ?
1:35:02
Als we over zeven maanden niet in
Brundusium zijn...

1:35:04
... komen we er nooit meer.
1:35:09
En als de schepen klaarliggen...
1:35:12
... en er is geen leger
om aan boord te gaan ?

1:35:16
Je krijgt nu een kist,
de rest krijg je in Brundusium.

1:35:20
Deze ?
-Ja.

1:35:24
Akkoord. Over zeven maanden
liggen onze schepen gereed.

1:35:29
Laat de kist inladen.
1:35:32
En nu wil ik graag die beker wijn.
1:35:36
Drink je mee ?
-Ja.

1:35:38
Vakwerk.
1:35:40
Van het landgoed
van een rijke edelman.

1:35:42
Men zegt dat jij ook van adel bent.
1:35:45
Ik ben de zoon en kleinzoon
van slaven.

1:35:47
Dat dacht ik al toen ik zag
datje niet kan lezen.

1:35:51
Maar de Romeinen zien je liever
als een edelman.

1:35:55
Ze walgen ervan tegen slaven
te moeten vechten.

1:35:58
Met name Crassus.

vorige.
volgende.