:42:01
Je bent bang
omdat hij altijd tegen je gromde.
:42:04
Zelfs nu hij weg is, kun je hem niet aan.
:42:07
Hij is voorgoed bij de duivel.
:42:10
Hij is uit z'n doen.
Hij gaat kruipend door de stad.
:42:14
Hij komt niet terug.
Hij durft zich niet te verroeren.
:42:18
We weten niet of hij terugkomt.
-En wat dan nog?
:42:22
Dan pak ik hem wel aan.
Hij is vrijgesproken, maar stapelgek.
:42:27
Dat zullen we spoedig zien.
:43:03
Dus je wist de weg nog.
We hadden je al opgegeven.
:43:11
Er is veel veranderd.
:43:28
Wat gebeurd is, is gebeurd.
:43:34
Ik wist de weg nog.
:43:52
Breng ze hier.