Barabbas
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:29:06
Ken je me nog?
-Jij tekende het teken van de Heer.

1:29:10
Hoe wist je dat ik dat teken droeg?
-Ik zag je het brood breken.

1:29:16
Kunnen we vrijuit spreken?
-Hij was in Jeruzalem. Hij kende Hem.

1:29:22
God zij geloofd. Hij behoede je.
1:29:27
Het zijn zware tijden.
De achtervolgingen nemen toe.

1:29:31
De keizer wil ons uitroeien.
1:29:39
Morgen, na de spelen
en na zonsondergang...

1:29:42
...zullen ze niet goed opletten
en kan ik jullie meenemen.

1:29:47
De discipel van de Heer, Petrus, is in Rome.
1:29:51
Ik ga vaak naar ze toe, bij de grafkelders.
1:29:54
De grafkelders?
Daar liggen de doden begraven.

1:29:58
Het geloof is niet begraven,
maar rijp voor de oogst.

1:30:03
Eerste groep verzamelen.
-Morgen introduceer ik jullie.

1:30:07
Eerste groep verzamelen.
1:30:09
Heb je dat gehoord?
-Ja.

1:30:20
Eén, twee. Eén, twee. Eén, twee.
1:30:45
Positie innemen.
1:30:49
Start.

vorige.
volgende.