:50:12
Appel.
:50:15
Ik ben het, Homer.
:50:22
Je moest wegblijven, zei ik toch?
:50:24
Ik moest komen. Moffen doden.
:50:30
Laten zien dat ik goed soldaat ben.
:50:36
Ik kan veel helpen.
:50:40
Hou je van calvados?
:50:49
Nu blijf ik, ja?
:51:14
Hallo, sergeant.
:51:17
Heb lekkere dingen bij me.
Eieren, calvados. Voor u.
:51:21
Je kunt niet blijven.
-Geef Homer een kans.
:51:25
Zat al in werkkamp, 1 3 jaar oud.
-Hou op.
:51:31
Homer, hoe kom jij hier?
-Gelift, gelopen. Wilde naar makkers.
:51:37
Homer, we zitten in het nauw.
:51:39
Dat is zwaar voor ervaren kerels.
Een groentje...
:51:43
Sergeant,
met Driscoll waren we ook blij.
:51:49
Goed dan. Help munitie ronddelen.
-Ik doe wat u zegt.
:51:53
Ik ga Kolinsky aflossen.
Hij laat je zien wat je moet doen.
:51:58
Ik doe het goed.
-Dat is je geraden.