Lilies of the Field
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:00
Een stapel pannenkoeken
met veel gesmolten boter,

:27:06
en ahornstroop. En een stuk of vijf
gebakken eieren, met worstjes.

:27:13
Een een berg geroosterd witbrood
met aardbeienjam.

:27:19
Met sloten koffie.
:27:20
- Geen bonen?
- Heb je die?

:27:23
- Reken maar.
- Die ook.

:27:27
Melk in de koffie?
:27:37
- Ik zei: Vers.
- Ik heb dit vanochtend geperst.

:27:50
Erg lekker. Heel erg lekker.
:27:53
Laat een beetje kaas
op die bonen smelten.

:27:58
- Waarom ben je niet bij de mis?
- Ik ben doopsgezind.

:28:01
- Waarom werk je voor de nonnen?
- Ik werk voor mezelf.

:28:04
- Waarom ben jij niet bij de mis?
- Ik heb een zaak.

:28:08
- Je bent toch katholiek?
- Alleen van geboorte.

:28:14
- Pater Murphy.
- Wat is er met hem?

:28:16
- Hij drinkt.
- Hij is priester.

:28:19
Een lerse priester.
:28:26
Wat een heilig gedoe.
:28:28
Als je hard genoeg bidt,
voel je je lege maag niet meer.

:28:32
Maar je kan er de huur
of een volle tank niet mee betalen.

:28:36
God komt hier niet aan de bakplaat staan.
:28:39
Ik moet zien dat ik geld verdien.
:28:47
- Betalen ze je wel?
- Natuurlijk.

:28:50
Ik hoor namelijk
dat ze geen rooie cent hebben.

:28:56
Die nonnen zijn niet hard genoeg
om te boeren.

:28:59
Die oude is anders behoorlijk hard.

vorige.
volgende.