Oliver!
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:19:07
Stilte in de rechtszaal.
1:19:38
Nou? Wat is de aanklacht?
1:19:41
Hij ziet er buitengewoon onguur uit.
Harder praten.

1:19:46
Dat is niet de verdachte.
Het gaat om die jongen.

1:19:52
- Welke jongen? Waar is hij dan?
- In de beklaagdenbank.

1:19:57
- Ach, ja. Ga staan, knul.
- Hij staat al.

1:20:02
Zet hem dan op een kistje.
1:20:08
- Wat is de aanklacht?
- Zakkenrollen, meneer.

1:20:12
- Hoe heet je?
- Oliver.

1:20:18
Weet je vader dat je hier bent?
1:20:27
Hij is wees.
1:20:29
Waar kom je vandaan? Waar woon je?
1:20:35
Wie zorgt er voor je?
1:20:48
Hij kan niet zeggen waar hij woont,
en verder ook niets.

1:20:56
Een leugenaar en een dief.
En nog brutaal ook. Ik weet genoeg.


vorige.
volgende.