Oliver!
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:35:06
We moeten hem terug hebben.
Pak hem als hij naar buiten komt.

1:35:13
- Hij gaat nooit alleen de deur uit.
- Niet zo bijdehand, meisje.

1:35:22
Ik zag hem drie dagen geleden,
en wat heb jij tot nu toe gedaan?

1:35:30
Niets. We moeten hem te pakken krijgen.
1:35:36
Oké, wie gaat er mee?
1:35:40
- Dat zal ik dan wel weer zijn.
- Hou je waffel.

1:35:44
Jij hebt genoeg ellende veroorzaakt.
Het moet stilletjes gebeuren.

1:35:49
Door iemand die hij vertrouwt.
Nancy, m'n kind, wat zeg je ervan?

1:35:56
Bij mij moet je niet wezen.
1:35:59
En wat wil je daarmee zeggen?
1:36:03
Net wat ik zeg. Ik ga niet!
1:36:11
Waarom laat je die jongen niet met rust?
1:36:17
Hij kan nu een normaal leven opbouwen.
1:36:20
Haal hem terug,
anders voel je straks mijn hand op je keel.

1:36:27
Nancy, m'n kind.
We moeten die jongen terug hebben.

1:36:33
Als hij z'n mond voorbijpraat,
zijn wij erbij, en Bill ook.

1:36:38
Dan gaat hij naar de galg. Dat wil je
toch niet op je geweten hebben?

1:36:46
- Ze gaat wel, Fagin.
- Nee, ze gaat niet.

1:36:50
Ze gaat wel.

vorige.
volgende.