Oliver!
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:42:21
- Zal ik opendoen?
- Graag, jongen.

1:42:32
- Boeken van Mr. Jessop.
- Dank u.

1:42:38
- Deze boeken zijn net bezorgd.
- Mooi.

1:42:42
- Er moeten ook boeken terug.
- Zal ik ze even brengen?

1:42:46
Ik weet waar de winkel is. Ik ben zo terug.
1:42:51
Mrs. Bedwin, ze liggen naast m'n bed.
1:42:54
Oliver, breng ze naar Mr. Jessop en
geef hem die 4 pond en 10 shilling.

1:43:01
Hier is vijf pond, dus tien shilling terug.
1:43:04
Begrijp je?
1:43:20
Dat is een hele mooie dame, meneer.
1:43:27
Ik breng die boeken wel even weg.
1:43:33
Nieuwe kleren, vijf pond op zak
en jij denkt dat hij terugkomt?

1:43:40
- Dan eet ik m'n hoed op.
- Kijk dat portret eens.

1:43:44
- Lijkt ze niet sprekend op hem?
- Dat is toch je nicht?

1:43:49
- Dat is het meisje...
...dat van huis is weggelopen.

1:43:53
Een jong, onschuldig gezichtje. Puur toeval.
1:43:57
Ik weet het niet. Hij is geboren
in het armenhuis in Dunstable.


vorige.
volgende.