1:09:12
Doe de deur dicht. Vlug.
1:09:19
Wat is er?
- Kijk.
1:09:24
De kinderen moeten hier weg.
1:09:31
Miss Daniels wil eens zien wat we doen
als er brand is.
1:09:40
Laat eens zien hoe stil en gehoorzaam
jullie kunnen zijn.
1:09:44
We gaan nu naar buiten.
1:09:47
Wie dichtbij woont, gaat naar huis.
1:09:51
De anderen gaan de heuvel af
naar het hotel. Duidelijk?
1:10:01
Doe zo stil mogelijk. Maak geen
geluid tot ik zeg: Lopen.
1:10:07
Loop dan zo hard als je kunt.
Begrijpt iedereen het?
1:10:11
John, jij gaat voorop.