Marnie
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:08:58
O, ben jij het ?
:09:00
Waar is m'n moeder ?
- Die bakt een notentaart. Voor mij.

:09:06
Dat zal wel.
:09:14
Wie is het ?
- Dag, moeder.

:09:17
Nee maar, Marnie.
:09:19
Jij slaat echt alles. Al dat gereis
van jou. Ik begrijp er niets van.

:09:26
Boston, Massachusetts.
Elizabeth, New Jersey.

:09:31
Ik heb chrysanten voor je.
:09:33
Maar die gladiolen zijn vers. Ik heb
ze net gekregen van Mrs. Cotton.

:09:39
Ik kan niet tegen gladiolen.
Ik doe ze weg.

:09:42
Pas een beetje op, Marnie.
Ze druipen.

:09:45
Ga deze maar naar je moeder brengen.
:09:48
Ze werkt tot zes uur.
Tot die tijd moet ik hier blijven.

:09:54
Breng ze dan maar naar de keuken.
:09:57
Toe dan. Anders wordt alles nat.

vorige.
volgende.