:31:02
Dat is interessant.
:31:04
Ik zei tegen George,
zodra ik die vreemde vrouw zag...
:31:08
Welke vrouw?
- De vrouw die voor Driffold kwam.
:31:11
Driffold?
- Driffold Cosgood, inspecteur. Ik.
:31:15
Wat was er met haar?
Met die vreemde vrouw?
:31:18
Ze had auditie gedaan
toen George verscheen.
:31:21
Is die vrouw hier nu?
- Ze moet hier ergens zijn...
:31:25
Zo te zien is ze weg.
- Naam en beschrijving, sergeant.
:31:31
Heeft u enig idee hoe ze heet?
:31:58
Dit heb ik eerder gezien.
- Niet die, inspecteur. Deze.
:32:08
Denk aan september 1951. Een roos
met een andere naam zou stinken...
:32:14
Miss Marple.
U zou zich er niet mee bemoeien.
:32:17
Die vreemde vrouw is...
- Ja, Miss Marple. Geef dat maar hier.
:32:22
Breng haar naar 't hoofdbureau
voor een verklaring.
:32:26
Ik spreek haar later nog wel.
:32:29
Na u, sergeant.