:28:00
Wij moeten ze beschermen.
:28:02
We hebben geen genade
met mensen die ze in gevaar brengen.
:28:13
U maakt me bang, maar
dat hoort nou eenmaal bij uw werk.
:28:18
Als m'n vader u kon horen,
zou hij de slappe lach krijgen.
:28:24
Hij was geen kolonel.
:28:26
Dat zei ik alleen omdat ik
dan in uw achting zou stijgen.
:28:31
Hij was sergeant.
Waarnemend sergeant, zonder salaris.
:28:35
Weet u wat hij altijd zei?
Hij zei: "Arthur,
:28:39
je bent een puist
op het achterwerk van de mensheid."
:28:43
Een puist. Ik stel niks voor.
:28:47
Ik stel niks voor.
Ik, met een geweer?
:28:50
Ik, op het dak?
Ik heb hoogtevrees.
:28:53
Ik word er duizelig van, echt.
:28:57
Ik kan aan uw gezicht zien
wat er door u heen gaat.
:29:01
U denkt toch niet dat ik een terrorist ben?
:29:09
Goed.
:29:11
Ik geef u de kans het te bewijzen.
:29:15
U gaat voor ons werken.
:29:18
Dat gaat niet.
:29:20
- Als ze dat horen, mollen ze me.
- U zorgt dat ze er niks over horen.
:29:38
De wapens zitten weer achterin de auto.
:29:41
Ze hebben ze vast
pas de avond vóór de parade nodig,
:29:46
maar hou ze in het oog.
:29:48
U meldt het
als er iemand aan heeft gezeten.
:29:51
- Wat is er?
- Het duizelt me.
:29:53
Hier kunt u uw berichten in kwijt.
:29:58
Sigaretten.