1:12:06
	Lijkt het je niet leuk om bloemen of
chocola voor je meisje mee te nemen?
1:12:11
	Jawel, maar ik doe het alleen
als ze in het ziekenhuis ligt.
1:12:17
	Niet doen, dat vlekt op die tafel.
- Wat word jij een zeur.
1:12:23
	Ik zeur helemaal niet.
- Jawel.
1:12:25
	Helemaal niet.
1:12:32
	Het is een puik modelletje.
1:12:36
	Je weet wel van wanten, jij.
1:12:39
	Je bent een lekkere smeerpoes.
1:12:42
	M'n lekkere smeerpoes.
1:12:44
	Ik kan met haar trouwen.
1:12:46
	Dan heb je geen puf meer
voor een scharreltje.
1:12:53
	De slaapkamer.
1:13:00
	Moet je hier eens naar komen kijken.
1:13:05
	Niet gek, hè?
Heb je het plafond gezien?
1:13:10
	En dan dat bad. Een knoeperd.
1:13:13
	Wel krap als we er samen in zitten.
1:13:15
	Je kunt lekker rondspartelen
om maar wat te noemen.
1:13:22
	Soms was ik blij dat ik er levend
weer uit kon komen.