Alfie
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:14:15
Dag, jongens.
1:14:17
Wat drink je?
- Een donkere.

1:14:36
Staat de auto voor de deur?
- Ik ga niet mee naar de club.

1:14:40
Er logeert een meid uit het noorden
bij me. Annie. Ze kan lekker koken.

1:14:45
Wat heeft dat ermee te maken?
- Hij moet op tijd thuis zijn.

1:14:49
Ze maakt de lekkerste dingen.
Steak en kidney pie, stoofpot.

1:14:55
Ik ben er dol op.
- Je ziet er ook wat opgeblazen uit.

1:15:00
Opgeblazen?
- Het is alleen de buitenkant.

1:15:04
Hoe bedoel je?
- Je ziet er nogal gezet uit.

1:15:08
Opgeblazen. Een beetje mieterig.
1:15:12
Mieterig? Ik heb me
nooit zo gezond gevoeld.

1:15:16
Zo bedoelde hij het niet.
- Nee, je ziet er gewoon anders uit.

1:15:22
Wat is er dan anders?
1:15:24
Die Annie heeft je getemd
en jij ziet het niet.

1:15:28
Wat denk jij?
- Wat je zegt.

1:15:31
Ze zorgt voor me.
- Straks herken je jezelf niet meer.

1:15:35
Dan ben je een wandelende stoofpot.
1:15:59
Hoe gaat het?
- Weet je nog die dag in de Busy Bee?


vorige.
volgende.