Buono, il brutto, il cattivo, Il
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:10:10
Kom je...
:10:12
van Baker?
:10:23
Ik zei 'm alles wat ik wist!
:10:26
Hij heeft er niets aan
mij te blijven kwellen!

:10:30
Ik weet niets van die kist geldstukken!
:10:33
Dat goud is verdwenen.
Als hij naar mij had geluisterd...

:10:39
Bij de krijgsraad waren geen getuigen.
:10:42
Ze konden niets meer ontdekken.
:10:45
Ik weet niet waar dat geld is gebleven.
:10:51
Je had een bezoeker
:10:55
en Baker weet 't.
:10:59
Iemand genaamd Jackson!
:11:06
Die Jackson is hier geweest...
:11:09
of Baker vergist zich heel erg.
:11:19
Hij vergist zich niet.
:11:21
Misschien gaat 't hem
om wat jij en Jackson weten.

:11:31
Daarvoor word ik niet betaald.
:11:38
Ik wil alleen weten welke naam
Jackson heeft aangenomen.

:11:44
Waarom zou hij 'n andere naam hebben?
:11:47
Anders had ik 'm al gevonden.
:11:50
Wanneer ik iemand zoek,
dan vind ik 'm!

:11:54
Daarvoor word ik betaald.

vorige.
volgende.