Buono, il brutto, il cattivo, Il
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:05:07
Ik hoorde dat je over
een paar dagen opgeknapt bent.

1:05:10
Je boft dat ik bij je was
toen 't gebeurde.

1:05:14
Stel je voor dat je alleen was geweest!
1:05:20
Als je ziek bent,
1:05:22
is het goed als er iemand bij je is.
Vrienden of familie...

1:05:28
Heb je nog ouders?
'n Moeder?

1:05:36
Helemaal alleen, hè?
Net als ik!

1:05:45
Ik heb alleen jou,
en jij hebt alleen mij.

1:05:50
AI is 't maar voor kort.
1:05:54
Wat 'n streek van 't lot!
We konden al dat geld hebben.

1:06:06
Ik moet je de waarheid vertellen.
1:06:09
In mijn plaats zou jij hetzelfde doen.
1:06:13
Voor jou is alles afgelopen.
1:06:16
Voor jou kan niemand meer iets doen.
1:06:23
't ls allemaal mijn schuld.
1:06:38
Als ik wist dat mijn
laatste uur was gekomen.

1:06:42
In mijn plaats...
jouw plaats zou ik 't doen.

1:06:46
Ik zou 't zeggen van 't goud...
van die naam op 't graf.

1:06:52
Wat heb je aan 't geld
als je dood bent?

1:06:56
Weet je hoeveel graven daar wel zijn?

vorige.
volgende.