1:08:02
Is dat goed?
Goed? Er zijn daar vrouwen.
1:08:34
Kijk eens aan.
1:08:38
Kies er eentje uit
en lach naar haar.
1:08:41
Lach?
1:08:45
Waarom?
Weet je dat niet?
1:08:48
De directeur verhuurt ons
aan de planters.
1:08:51
Hij houdt het geld,
maar wij krijgen de vrouwen.
1:08:54
O ja? Hoe dan?
1:08:57
Eén avond per maand,
zolang we hier zijn...
1:09:00
laat hij ze toe in de barakken.
1:09:04
Laten ze de vrouwen
naar de barakken komen?
1:09:08
Lk kon het eerst ook niet geloven.
1:09:10
Kunnen we met ze praten?
Praten?
1:09:16
Droom niet van vrouwen,
denk na over een boot.
1:09:19
Het enige waaraan ik kan denken,
zijn vrouwen.
1:09:22
Met een boot loop je niet
te ploeteren, geen slangen...
1:09:26
Je moet wel weten waar je heen gaat.
Daar heb ik over nagedacht.
1:09:31
Ook over water, voedsel en een
wapen, maar begin met een boot.
1:09:35
Vooruit, aan het werk.
1:09:38
Werken. Vooruit.
Kom mee.
1:09:41
Vooruit.
1:09:50
Zeg, we hebben niet de hele dag.
1:09:58
Waar blijven ze nou?
Heeft de directeur zich bedacht?