:47:01
- Waar ga je naartoe ?
- Ik ga mijn man halen !
:47:04
Waarom ? Zodat hij zijn kop
eraf kan laten schieten ?
:47:06
Laat me gaan ! Hij moet iets doen !
Die man deed me pijn !
:47:11
Je daagde hem uit
en je kreeg zijn aandacht.
:47:16
Je bent walgelijk, weet je dat ?
Je praat zo smerig.
:47:24
Snuit je neus en hou je mond.
:47:27
Vertel iedereen dat je bent gevallen...
:47:29
terwijl je naar 't toilet ging.
:47:31
Veeg je gezicht schoon.
:48:16
We missen een waterzak.
We hadden er drie.
:48:20
Ik heb 'm vast in San Pete laten liggen.
Mendez zal me villen.
:48:23
Tot op 't bot.
:48:34
- Dat is een mooie koffer.
- Ja, hij is van Spaans leer gemaakt.
:48:39
- Geranium ?
- Jasmijn. Wil je wat ?
:48:41
- Het is verfrissend.
- Dank je.
:48:44
- Hoeveel kost zo'n fles ?
- De beste jaren van je leven.
:48:49
Ik mag dokter Favor graag.
Hij heeft verfijnde manieren.
:48:52
Ik zag zijn handen.
Hij houdt zijn nagels zo schoon.
:48:55
Hij is trots op z'n handen en voeten.
Ze zijn klein.
:48:58
Maar ik ben trots op zijn hersenen.
Die zijn erg groot.