The Swimmer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:06
Die wolk bevalt me niks.
-Hij is prachtig.

:15:11
Een droomstad gezien vanaf een
schip. Lissabon, Napels, Istanboel.

:15:17
Hackensack.
:15:21
Ik wil die glanzende koepels
en minaretten graag zien.

:15:25
Zodra ik de kans krijg,
ga ik rond de Gouden Hoorn varen.

:15:30
Waarom gaan wij niet vaker op reis?
-Waarom? We hebben hier alles.

:15:36
Waarom heb jij geen zwembad?
-lk ben er niet aan toegekomen.

:15:40
Het verhoogt de waarde van je huis.
-Daar maak ik me geen zorgen over.

:15:46
Met die tennisbaan en beplanting
krijg je er veel meer voor terug.

:15:52
Als ik het verkoop.
:15:53
Je moet wachten op de juiste koper.
-lk wil dat m'n dochters er trouwen.

:16:01
Dat duurt niet lang meer.
De oprit leek wel een parkeerplaats.

:16:06
Overal jongens.
:16:09
Is er iemand thuis?
:16:12
Dat zijn vast Don en Helen met
de Forsburghs. Ga niet weg, Neddy.

:16:18
Is Ned hier?
:16:32
Hoe gaat het met u, Mrs Hammar?
-Wat doet u hier?

:16:37
Ik ga naar huis. Even afkoelen.
-Wie heeft u toestemming gegeven?

:16:43
Ik ben Ned Merrill.
Prachtige bloemen.

:16:48
Ik zie dat Erich
een rotstuin heeft aangelegd.

:16:51
U bent hier niet welkom.
-U kent me toch?

:16:55
Ik ben een vriend van uw zoon.
-Een vriend?

:16:58
Hoe durft u dat woord te gebruiken.
U hebt hem nooit opgezocht.


vorige.
volgende.