Butch Cassidy and the Sundance Kid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:03
Fijn dat je daar nu over begint,
in deze situatie.

:50:07
- We gingen gokken.
- We aten in het hotel.

:50:10
Etta at rosbief, ik kip. Als ik weet
wat jij at, kan ik rustig sterven.

:50:16
- Kijk daar eens.
- Wat ?

:50:19
Een van de gokkers vertelde over een indiaan.
:50:24
Een volbloed die zichzelf
een Engelse naam gaf.

:50:29
- Lord Baltimore ?
- Hij kon iedereen vinden.

:50:32
Overal, dag en nacht.
:50:34
Dus ?
:50:37
Ik denk dat dat hem is.
:50:44
Baltimore werkt alleen in Oklahoma.
:50:48
Ik weet niet waar we zijn,
maar dit is niet Oklahoma.

:50:52
Dat kan hem niet zijn.
:50:59
Dat kan hem niet zijn.
:51:02
Denk ik.
:51:05
Het is in ieder geval wel iemand.
:51:38
Worden ze niet moe ?
Krijgen ze geen honger ?

:51:43
- Dat moet wel.
- Waarom gaan ze niet trager ?

:51:45
Of zelfs maar sneller. Ze blijven bij elkaar.
:51:50
Doe iets.

vorige.
volgende.