:00:42
We vechten, of we geven ons over.
:00:45
- Dan gaan we de nor in.
- De nor ken ik wel.
:00:49
Als we vechten, kunnen ze ons uithongeren.
:00:53
Ze kunnen gaan schieten,
of een lawine veroorzaken.
:00:57
Wat kunnen ze nog meer ?
:00:59
Zich overgeven, maar dat doen ze niet.
:01:03
Ze gaan op ons schieten.
:01:06
Bereid je maar voor.
:01:11
Als ik nog eens zoiets zeg,
moeten we echt naar Bolivia.
:01:16
Volgende keer.
:01:19
Ben je er klaar voor ?
:01:22
Nee, we springen.
:01:28
- Vergeet het maar.
- Geen probleem.
:01:31
Als het diep genoeg is. Ze volgen ons nooit.
:01:34
- Hoe weet je dat ?
- Zou jij zo'n sprong wagen ?
:01:38
- Ik moet wel, en ik doe het niet.
- Dan gaan we er aan.
:01:42
Ze moeten weer terug. Kom.
:01:44
- Ik wil een schot.
- Kom.
:01:47
- We moeten wel.
- Weg.
:01:48
- Waarom ?
- Ik wil vechten.
:01:50
- We gaan er aan.
- Wie weet.
:01:52
- Wil je dood ?
- Wil jij dood ?
:01:55
Oké, ik spring eerst.
:01:58
- Nee.
- Ga jij dan eerst.