Easy Rider
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:22:06
- Hoe ver moeten we nog ?
- Geen idee.

:22:10
Niet ver meer.
:22:13
Dat zei je vanmorgen ook.
:22:17
Soms zeg ik dat de hele dag.
:22:19
Echt ? Zeg je dat de hele dag ?
:22:22
Het is niet ver meer.
We zijn er bijna.

:22:26
Wij moeten naar Mardi Gras, man.
:22:29
Daar verheug je je op, hé ?
:22:31
We hebben een week.
:22:33
Dat is nog een week, man.
:22:36
Het is ver naar Mardi Gras, maatje.
:22:40
New Orleans is geen week rijden.
:22:53
Ik denk dat ik ga slapen.
:22:55
Was je wakker dan ?
:23:08
Ik zie hier van alles rondspringen.
:23:12
- Echt ?
- Ja, kijk.

:23:15
- Wat is het ?
- Een mot.

:23:17
Een wat ?
:23:19
Een mot. Een insect
:23:27
Dit is een rare plek.
:23:30
Ik krijg last van die rook.
:23:34
Maar je blijft toch zitten.
:23:42
Waar kom je vandaan ?
:23:45
Heb je een vuurtje voor me ?
:23:48
Waar kom je vandaan ?
:23:52
Moeilijk te zeggen.
:23:54
Moeilijk te zeggen ?
:23:55
Waar kom je vandaan, man ?
:23:57
Dat is moeilijk te zeggen,
omdat het een lang woord is.


vorige.
volgende.