:40:26
	Godverdomme.
:40:34
	Hoe kunt u dit spul drinken?
:40:37
	U wordt hartstikke dronken!
Wat is er gebeurd?
:40:39
	lk werd herkend.
:40:44
	Door wie?
:40:46
	lk ben nog nooit zo bang geweest.
:40:48
	Wie herkende u? Wat deed hij?
:40:51
	Hij is gestorven.
-Waar heeft u het over?
:40:54
	lk moest een kolonel steunen
die aan koorts doodging.
:40:58
	Het was een officier die ik
Spaanse les gaf in Chihuahua.
:41:03
	Godzijdank geloofde niemand
wat hij me noemde.
:41:06
	Wat noemde hij u?
:41:09
	Een vuile Juarista.
:41:11
	Dus hij stierf en u bent veilig.
Wat heeft u ontdekt?
:41:16
	Ze wachten op een trein
naar Santa Maria
:41:18
	die geladen wordt met
voorraden en munitie.
:41:25
	Goed gedaan, zuster.
:41:28
	Tussen hier en Santa Maria
:41:30
	moet er een kloof zijn
met een brug.
:41:33
	We moeten zorgen dat we er zijn
voor de trein.
:41:37
	Gaat u 'm aansteken?
-lk blaas 'm naar de hel.
:41:41
	Kom, sta op,
u zult moeten rijden.
:41:45
	lk ben niet dronken.
-Dat was een hoop whisky.
:41:49
	Mijn geloof in God
verandert het in water.
:41:59
	Schiet op. lk heb nog nooit
een trein opgeblazen zien worden.