:42:00
Kom op.
:42:17
Nee !
:42:21
Stop !
:42:47
Waar zijn de andere mensen ?
:42:49
Door de tunnels.
Ze kunnen niet ver weg zijn.
:42:52
Als je ze vindt,
dood ze allemaal.
:42:55
Behalve de relschopper.
Ik wil met hem praten voor hij sterft.
:43:05
- Hebben ze haar ?
- Ze helpt hen.
:43:07
Ik heb haar zelf gezien.
:43:14
Ze had geen keus.
Ze bedreigden haar leven.
:43:18
Ik zal de boodschap zelf aan de Senaat doorgeven.
:43:21
Ze zullen zich op de borst slaan en mij om hulp vragen.
:43:24
- Ze zijn zwak zonder u, meneer.
:43:46
- Je vader was een moedige man.
- Wat weet jij over mijn vader ?
:43:53
Laat me gaan.