1:12:06
	Jij deelt nu.
1:12:16
	-Webster daalt de berg af.
-Wat heb ik daarmee te maken?
1:12:19
	Blanche zegt dat er nog tijd is
voor de groei rond het fort.
1:12:23
	Ze zegt dat je daar voor niets
een zaak kunt openen.
1:12:25
	Iemand moet gaan kijken.
Jij gaat vandaag met Webster.
1:12:32
	Ik ben je partner.
Je moet naar me luisteren.
1:12:35
	-Wat doe je met die mannen?
-Heb je het over die mannen daar?
1:12:39
	Smalley praat met ze, brengt de prijs
naar beneden en we maken een deal.
1:12:44
	-Wat als ze dat niet doen?
-Ik doe het niet. Ik drink wat.
1:12:49
	Jij ook?
1:12:50
	Ze kunnen denken wat ze willen. Ze weten
het niet. Webster bedekte zijn wagen.
1:12:54
	Hij vond dekzeil en bedekte zijn wagen.
1:12:58
	Wie moet je verdomme gehoorzamen?
1:13:01
	Je bezit deze stad, nietwaar?
1:13:04
	Ik waardeer je waarschuwing,
maar je hoeft niet bang te zijn.
1:13:08
	Zij moeten de deal maken, niet ik.
1:13:11
	Het spijt me voor ze.
1:13:12
	Ze werken al 20 jaar
en weten niet wat ze moeten doen.
1:13:15
	Het bedrijf zegt:
"Sluit een deal met McCabe.
1:13:17
	"Kom niet terug tot je klaar bent."
Zo koppig als ik ben...
1:13:21
	spijt het me voor ze, eerlijk gezegd.
Echt. Het spijt me voor ze.
1:13:26
	Ik weet wat ik doe.
1:13:30
	-Ik weet wat ik doe.
-Waarom draagt hij dat geweer?
1:13:35
	Geen idee. Misschien voor opossums.
Wil je nu wat drinken?
1:13:46
	Ze zeiden dat er niets te bespreken was.
1:13:50
	-Wie zei dat?
-Hij heet Butler.
1:13:53
	Jezus, die klootzak is wel 2 meter lang.
1:13:58
	-Heb je ze uitgenodigd voor het eten?
-Ja.