1:29:01
	Ik wilde het niet raken.
De truc is om het te laten drijven.
1:29:29
	-Hé, hou op, jongen.
-Wat?
1:29:32
	Hou op met schieten.
Ik wil niet geraakt worden.
1:29:37
	Ga dan van de brug af, sukkel.
1:29:40
	Ik wil sokken kopen.
Ik heb nog een lange rit voor de boeg.
1:29:43
	Wat is er mis met je sokken?
1:29:46
	Ik heb ze versleten door halfnaakt
door dat bordeel te rennen.
1:29:49
	Dat is me een plek. Ben je er al geweest?
1:29:52
	Doe je laarzen uit en laat 's zien.
1:29:56
	Je houdt me voor de gek.
1:29:58
	Ik zei: "Doe je laarzen uit
en laat 's zien", eikel.
1:30:12
	Dat doe ik niet.
1:30:14
	Waarom heb je dat geweer?
1:30:17
	Zomaar.
1:30:18
	-Ik kan er niets mee raken.
-Dat heeft geen zin.
1:30:21
	-Wat voor geweer is het?
-Een Colt.
1:30:24
	Dat zijn goede geweren. Die heb ik ook.
1:30:28
	-Er moet iets mis mee zijn.
-Nee, ik kan gewoon niet goed schieten.
1:30:32
	Laat me eens kijken.
1:30:40
	Vooruit. Misschien kan ik het
voor je maken.
1:30:44
	Oké.