:33:06
- Jij mag de slechterik zijn.
- Jij bent er beter in.
:33:16
Wie is daar?
:33:18
Gator.
:33:23
- We willen je niks doen.
- Ik maak die rat af.
:33:27
- Jij werkt voor Gator, hè?
- Je hebt de verkeerde.
:33:49
- Waar is Gator?
- Ik ben je vriend.
:33:53
- Ik weet het niet.
- Je krijgt nog één kans.
:33:56
- Laat maar vleugels groeien.
- Wacht. Bij 105th.
:34:11
- Wat denk je?
- Kijken of hij er is.
:34:13
Laten we de deur intrappen
en meteen schieten.
:34:17
Deze bangerik kan hem
over coke bellen.
:34:19
- Eenmaal buiten, pakken we hem.
- Levend.
:34:22
- Moet dat?
- Jij let op het huis, ik bel de politie.
:34:25
Begrepen.
:34:29
Als je leuk gaat doen, ben je er geweest.
:34:33
- Wat moet ik zeggen?
- Dat je goed spul hebt.
:34:58
- Ga je niet opnemen?
- Dat ik jouw werk, stom rund.