1:09:18
	Straks ben jij aan de beurt.
1:09:21
	- Ga een tijdje naar je moeder.
- Nee.
1:09:25
	- Toch wel.
- Ik ga niet zonder jou.
1:09:28
	Ze zullen nog eens proberen
mij via jou te pakken te krijgen.
1:09:34
	- Laten we de stad uitgaan.
- Pas als ik ze allemaal heb.
1:09:39
	- Ze zullen je vermoorden.
- Dat moet dan maar.
1:09:45
	Ze zijn me wat schuldig
en dat ga ik halen.
1:10:01
	Genoeg gezeurd.
Laten we gaan winkelen.
1:10:12
	- Ik koop een jurk voor je. Welke maat?
- 36.
1:10:15
	- Waar hangt maat 36?
- Daar.
1:10:18
	- Hier.
- We zouden de stad in.
1:10:22
	- We gaan weg.
- Wat doe je nou?
1:10:24
	Deze gaan we passen.
1:10:27
	- Waar is uw paskamer?
- Daar, meneer.
1:10:30
	Daar. Even opschieten.