:26:02
Draai je 's om, kerel.
Wat hebben we hier ? Is dat van jou ?
:26:08
Rechtop, stoutertje.
:26:12
Handen op je kop.
:26:15
- Wou je een eindje mee, dikke ?
- Gelul.
:26:21
Let goed op,
want we gaan straks vragen stellen.
:26:25
Omdraaien.
:26:33
Die klootzak.
:26:35
- Hij pakt die glazen.
- Koppen dicht.
:26:41
Iemand trek in een milkshake ?
:26:50
Hier komen. Jij en jij daar.
:26:53
Hé, snorremans.
:26:56
Kom van je luie reet als ik je roep.
:27:01
Kom op, kale.
:27:03
Alles op de bar.
:27:08
Alles.
:27:12
Je liet wat vallen. Raap op.
:27:17
Wou je een gebroken hand ? Leg neer.
:27:21
Wat heb je nog meer ?
:27:25
Omdraaien.
:27:28
Je bent gearresteerd. Jij ook.
In die telefooncel.
:27:35
Gezicht naar de muur,
handen tegen de muur en deur dicht.
:27:41
Hé, haardos.
:27:44
Waar ga jij naartoe ?
:27:47
- Heb je het tegen mij ?
- Zeker weten.
:27:50
- Wat is er ?
- Waar zat jij ?
:27:52
- Ik zat daar.
- Zijn je zakken leeg ?
:27:55
Gebruik jij ? Ga daar staan.
:27:58
- Ik ben clean.
- Dus ik vind niks ?