The Man Who Would Be King
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:01
Mijn god, juIIie weer.
Wat wiIIen juIIie nu?

:19:05
We wiIIen u om een gunst verzoeken.
-Nog een?

:19:09
Rustig maar, broeder KipIing.
We sIaan geen sIaatje uit broeders.

:19:14
We wiIIen een beetje van uw tijd,
een paar boeken inkijken...

:19:18
uw kaarten bestuderen.
:19:20
Een drankje sIaan we niet af,
maar we vragen er niet om.

:19:23
Peachy is net zo sober aIs ik,
dat wiI ik even duideIijk hebben.

:19:27
Dus nemen we ieder een sigaar...
:19:32
en u mag toekijken
hoe we ze aansteken.

:19:46
Dan steI ik u nu voor aan broeder
Peachy Carnehan, hij daar...

:19:52
en broeder DanieI Dravot, ik hier.
:19:57
Over ons verIeden zuIIen we maar
zwijgen, we hebben aIIes gedaan.

:20:02
We kennen heeI India, z´n steden
en jungIes, gevangenissen en passen.

:20:07
En de concIusie is
dat het hier te kIein voor ons is.

:20:10
Dat had ik begrepen.
:20:12
Dus gaan we ergens anders heen...
:20:15
waar een man beter
tot z´n recht komt.

:20:18
We zijn geen kIeine jongens.
We worden koning.

:20:22
Koning van Kafiristan.
:20:25
We vernamen dat ze daar 32 afgoden
hebben. Wij worden nummer 33 en 34.

:20:30
Een Iand van strijdende stammen,
dus een Iand van kansen.

:20:36
We hebben ruime ervaring met driIIen.
:20:38
Tegen eIk stamhoofd zeggen we:
:20:41
´WiIt u uw vijanden overwinnen?´
NatuurIijk wiI hij dat.

:20:45
We vechten voor hem, kronen hem
tot koning, en zetten hem dan af.

:20:50
We bestijgen de troon
en pIunderen het Iand.

:20:53
Wat dacht u daarvan?
:20:57
JuIIie zijn geschift.

vorige.
volgende.