The Man Who Would Be King
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:06:00
Heeft grote stad gebouwd,
SikanderguI. Hoge bergen.

:06:05
Zit op troon.
Iedereen verafgoodt hem.

:06:08
Dan op een dag hij zegt
hij moet naar oosten gaan.

:06:12
Mensen trekken haar uit,
scheuren kIeren.

:06:15
Dus beIooft AIexander zoon te sturen.
:06:19
328 v.Chr. Dat heb ik
uit de encycIopedie.

:06:24
SoIdaten zagen Danny pijI
uit borst trekken, en niet bIoeden.

:06:30
Dus?
-Dus... Zoon van Iskander.

:06:35
Denken ze dat ik een god ben?
:06:40
Een god. Geef me je voet,
opdat ik je teen kan kussen.

:06:45
Je mag m´n koninkIijke reet kussen.
-HeiIige reet.

:06:49
Je bent een godheid, weet je weI?
-Peachy?

:06:53
Is Danny niet de zoon van Iskander?
-Nee, hij is een gewoon mens.

:06:57
Hij kan boeren en ruften tegeIijk.
Kom daar maar eens om bij een god.

:07:03
Maar die pijI dan?
:07:07
De pijI bIeef steken in m´n patroon-
gordeI. Het was echt geen wonder.

:07:12
M´n pa heette Herbert Dravot, hij was
barman in een hoerenkast in Durham.

:07:18
Wacht eens even, Danny.
:07:30
Misschien is dit onze kans.
-Hoezo?

:07:33
SteI, je bent een Kafir. Wie voIg je
dan eerder: een god of een mens?

:07:40
We wiIIen dit Iand veroveren, toch?
:07:44
Met jou aIs god gaat dat tweemaaI
zo sneI en tweemaaI zo makkeIijk.

:07:49
Dat vind ik een beetje godsIasterIijk.
-WeInee.

:07:53
GodsIastering is het ijdeI
gebruiken van Zijn naam.

:07:59
Die van de aImachtige God.

vorige.
volgende.