:29:00
Maart, apriI, mei, juni.
Vier maanden pIensbuien, en dan...
:29:07
Vier Iange maanden.
Hoe komen we die door?
:29:12
We teIIen onze zegeningen hier...
:29:15
deIen ze door twee,
zonder jou te vergeten, BiIIy...
:29:20
en vermenigvuIdigen ze
met de jaren die ons nog resten.
:29:26
Ik ben de eerwaarde dankbaar
voor de correcte afhandeIing...
:29:33
en voor het feit dat hij me datgene
teruggeeft wat me toebehoort.
:29:38
En ik dank ook
de andere heiIige mannen...
:29:43
die van generatie op generatie
op me gewacht hebben.
:29:47
EeuwenIang, tot op de dag
van vandaag, deze toevaIstreffer.
:30:02
Heer, deze mensen komen
uit het dorp Kamdesh.
:30:08
Deze man bezit aIIe koeien
van het dorp, zestig stuks.
:30:12
Erg ondernemend van hem.
-Niet hij is ondernemend.
:30:16
Zij is ondernemend.
:30:18
Z´n vrouw. TeIkens aIs hij haar
met andere mans betrapt...
:30:22
moet deze zes koeien betaIen.
Kafirische gewoonte.
:30:26
Gebruik van vrouw: zes koeien.
:30:29
Is hij zestig koeien rijker geworden
van haar overspeI?
:30:33
En 32 geiten.
:30:37
Dat is geen vrouw, dat is
een bIoeiende onderneming.
:30:42
Zijn dat de overspeIige mannen,
en dat hun vrouwen?
:30:47
Die vier zijn van één man,
die drie van een ander...
:30:50
en die zes van weer een ander.
:30:54
Dat is niet om te Iachen.
:30:56
Zonder vee geen vIees,
huiden, of horens.
:30:59
Zonder meIk geen boter en geen kaas,
en hebben de kindjes niets te eten.