The Man Who Would Be King
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:19
HaaI haar op en Iaat haar
vergezeIIen door famiIieIeden.

:39:23
Laat haar weg met bIoemen
gepIaveid zijn.

:39:27
De huweIijksceremonie wordt
een schitterend spektakeI.

:39:31
Laat bodes de mensen van heinde
en ver oproepen hierheen te komen.

:39:57
Wat zeggen ze?
-Hoe kunnen mensendochters...

:40:01
met goden of duiveIs trouwen?
-Een god kan aIIes.

:40:05
Maar het hoort niet.
-Wie zegt dat?

:40:08
AIIe priesters.
:40:13
Is hun woord sterker
dan dat van een god?

:40:20
Ze zeggen: Imbra besIist.
Imbra is de oppergod.

:40:26
En aIs Imbra iets tegen me heeft?
:40:30
Wat dan?
:40:33
Ben ik een hond of een god?
:40:35
Ben ik niet de hoeder van dit Iand?
:40:41
Doe wat ik zeg, Iaat dat meisje
haIen. Dat is een beveI.


vorige.
volgende.