:44:02
Moet je m'n gezicht zien,
64 wedstrijden.
:44:04
Zie je die neus ?
:44:06
Die neus is nog nooit gebroken.
:44:09
Ze hebben erin gebeten,
eraan getrokken, erop geslagen.
:44:13
Ze slaan de hele tijd
op m'n neus.
:44:16
Nooit gebroken.
Daar ben ik heel trots op.
:44:19
- Waarom doe je 't met die pijn ?
- Waarom denk je ?
:44:24
Omdat je
niet kunt zingen of dansen.
:44:28
Ja, zoiets wel.
:44:30
Wil je binnenkomen ?
:44:33
Nee, ik moet gaan.
:44:35
Kom op.
Ik heb zeldzame dieren binnen.
:44:40
Nee, ik moet gaan.
:44:43
Ik ook, naar de WC.
Schiet op.
:44:47
Nee, ik moet gaan.
:44:49
Kun je dit gezicht
niet vertrouwen ?
:44:52
Ze moeten dit gezicht
op 'n postzegel plakken.
:44:57
Kom op. Kom binnen.
:45:04
Kom op.
:45:32
Heb je honger ?
:45:34
Nee.
:45:35
Er is soda,
donuts, of zoiets.
:45:39
Ik heb 'n paar gebakjes.
:45:42
Ik geloof
dat er wat chocola is.
:45:53
Heet hier, vind je niet ?
:45:58
Ik zou wel
wat muziek willen horen.