1:01:01
Dit is die man die ik
in het ziekenhuis ontmoette.
1:01:05
Wij waren de laatsten
die haar levend zagen.
1:01:08
Stella zei dat het leek
of Simone haar niet herkende.
1:01:12
Volgens mij was dat ook zo.
-En jou?
1:01:15
Mij?
-Herkende ze jou ook niet?
1:01:19
Moeilijk te zeggen. Ik was er
gewoon niet zeker van.
1:01:25
Misschien probeerde ze iets te zeggen
toen ze zo schreeuwde.
1:01:31
Dat was in elk geval mijn indruk
als ik er zo aan terugdenk.
1:01:37
Ze keek naar jou toen ze schreeuwde.
1:01:42
Denk je dat?
-Weet je...
1:01:44
ik heb thuis nog steeds dingen van haar.
Heel deprimerend.
1:01:49
Wat heb je dan allemaal?
-Wat boeken, een paar platen.
1:02:00
Daar is een van Simone's boeken.
1:02:10
Ik heb het niet gelezen.
-Ik ook niet.
1:02:12
Egyptologie interesseert me niet.
1:02:15
Ze heeft het een keer laten liggen.
Je mag het wel hebben.
1:02:19
Wat aardig van je.
Ik wil het graag lezen.
1:02:27
Je hebt een prachtige woning.
Een stuk beter dan waar ik woon.
1:02:35
Het is misschien een brutale vraag,
maar betaal je veel huur?
1:02:39
Ik betaal niks.
Het is het huis van m'n broer.
1:02:43
Hij is naar Peru, voor een paar maanden,
of een jaar. Aan het reizen.
1:02:55
Heb jij problemen met je buren?
1:02:58
Wat voor problemen?
-Je weet wel...