:47:05
We rijden wat rond
tot er een stuk of wat zijn.
:47:10
We nemen er een paar op straat.
- Ben je belazerd ?
:47:13
Je bent gek.
- Sorry.
:47:18
Het spijt me.
:47:21
Laten we maar tot morgen wachten.
:47:27
Slaap ze, en trek hem af.
:47:32
Tony, ik ga trouwen.
- Wat is dat voor nonsens ?
:47:37
Ik wou het maar even zeggen.
:47:39
Als jij trouwt, gaan we allemaal mee
op jullie huwelijksreis.
:47:45
Hou je taai.
- In de wagen, Bobby.
:47:51
We moeten hem morgen
in het ziekenhuis opzoeken.
:47:55
Rustig, hé ?
:47:58
Slaap ze.
:48:22
Wat heb je tegen Frank gezegd ?
:48:26
Wat heb je gedaan ?
- Ja, wat heb je gezegd ?
:48:28
Waar hebben jullie het over ?
- Je moet iets gezegd hebben.
:48:32
Hij slaapt bij jou in de kamer,
en ineens is hij een hele nacht weg.
:48:36
Ik heb niks gezegd.
- De hele nacht weg, een priester.
:48:39
Hij is geen priester meer. Hij is
volwassen en kan doen wat hij wil.
:48:42
Je hebt wat tegen hem gezegd.
- Is het nou mijn schuld ?
:48:47
Je hebt hem geschreven.
- Jullie geven mij de schuld.
:48:53
Ach, laat maar. Hij belde op.
:48:55
Over een paar dagen ziet hij
z'n fout wel in.
:48:58
Het is een beproeving.
Hij keert terug naar de kerk.