:40:30
Jezus, dat is het. Dat is het.
:40:32
- Wat ?
- Ik heb dit gezien.
:40:34
Ik heb er beneden
een deel van gezien.
:40:37
Wat heb je gezien ?
:40:39
Ze draagt een drakenhangertje,
maar toen jij dit hier tekende...
:40:44
... dacht ik dat het
bij haar jurk hoorde.
:40:47
Ik heb deze ketting
beneden gezien.
:40:51
Ik wou het pakken
toen de haaien kwamen.
:40:53
Er staat een gouden ketting
op de lijst. Een ketting van goud.
:41:05
Nee, het staat er niet.
:41:06
Ja, het staat er wel.
:41:09
Er is een drakenhanger.
:41:11
- Gouden draak met smaragden ogen.
- Dat is het.
:41:13
De juwelier maakte
het hangertje en het medaillon.
:41:17
Als ik de ketting vind en
de draak hangt aan de ketting...
:41:22
... dan hebben we
ons bewijs, schat. Ons bewijs.
:41:31
Kev ?